Analist fileert kritiek op Bitcoin vanwege Tether
Nic Carter, oprichter van analyse bedrijf Coin Metrics, schreef een uitgebreid artikel waarin hij uitlegt dat de angst voor Tether ongegrond is. Deze angst komt namelijk door een artikel in de Wall Street Journal genaamd Behind the Bitcoin Bubble. In dit artikel staat dat bitcoin een enorme zeepbel is, aangedreven door stablecoin Tether.
Anonieme blogger vertrouwen
Zijn kritiek op het artikel begint meteen vlijmscherp: ‘Normaal gesproken, als je columnist bent die schrijft in een van de meest gerespecteerde financiële publicaties, zou je kunnen proberen de gegevens achter beweringen te evalueren, in plaats van deze kritiekloos te accepteren. Maar Kessler deed zoiets niet. Hij herhaalde blindelings een fantasievolle bewering van een anonieme blogger aan om te suggereren dat de prijs van Bitcoin op de een of andere manier afhankelijk is van Tether.’
Kessler, de schrijver van het artikel, baseerde zijn kritiek op het werk van een anonieme blogger genaamd CryptoAnon. Deze anonieme blogger schreef The Bit Short: Inside Crypto’s Doomsday Machine. Kessler schreef dat de blogger had ontdekt dat maar liefst twee derde van de bitcoin aankopen op een bepaalde dag werd gekocht met Tether op basis van CoinLib-gegevens.
Bitcoin stijgt alleen maar door Tether
Kessler was behoorlijk kritisch op bitcoin: ‘Normaal gesproken maakt het me niets uit. Bitcoin is niets, het is lucht, een concept van een idee. Transacties met bitcoin zijn zeldzaam. Het is geen store of value, alles dat in een week 30% daalt, kan die rol niet spelen.’ CryptoAnon en Kessler schreven beiden dat de bitcoin koers alleen maar is gestegen door een financiële injectie van Tether’s USDT. USDT staat voor US-dollar Tether, elke USDT is 1 dollar waard.
Bronnenonderzoek klopt niet
Analist Carter schreef dat die conclusie helemaal niet getrokken kan worden, en al zeker niet op basis van de aangehaalde bronnen. De twee critici beoordeelden de handel tussen Tether en Bitcoin met behulp van data van CoinLib. Carter noemt die keuze onverdedigbaar. Volgens Carter maakt Coinlib gebruik van tientallen miljarden handelsgegevens van beurzen die op zijn zachtst gezegd, speels omspringen met data.
Hij zei dat elke serieuze handelaar weet dat veel van de exchanges waaruit de dataset van CoinLib bestaat niet geloofwaardig zijn en dat de resulterende gegevens dus volkomen onbetrouwbaar zijn.
‘Zoals ik zal aantonen, zijn deze gegevens niet voldoende om te laten zien dat de liquiditeit van bitcoin wordt gedomineerd door Tether, en erop vertrouwen kan misleidend zijn. Helaas versterkt de reguliere financiële pers deze onjuiste beweringen nu.’
Verkeerde beurzen
Carter zegt dat CoinLib de gegevensoutput van marginale en vaak niet-fiat-verbonden op Tether gebaseerde exchanges als nominale waarde gebruikt. Ofwel, ze kijken naar de verkeerde exchanges. In plaats van dat ze naar data van de grote, betrouwbare beurzen kijken, focust CoinLib zich op kleine beurzen waar je niet met dollars of euro’s kunt traden, maar alleen met Tether. Daarnaast zegt hij dat (in zijn woorden) ‘onkundige analisten zoals CryptoAnon gebruiken dit om FUD over de liquiditeit van bitcoin te verspreiden.’
Hij voerde aan dat sterk gereguleerde beurzen en institutionele fondsaanbieders in sommige gevallen niet afhankelijk zijn van Tether of deze zelfs maar ondersteunen.
‘Andere entiteiten zoals Cash App, Paxos, Paypal, BlockFi, Robinhood, Bitwise en Grayscale faciliteren allemaal verschillende vormen van blootstelling aan Bitcoin en zijn verbonden met het commerciële banksysteem en in sommige gevallen beursgenoteerde bedrijven. Geen Tether aanwezig.’
Carter concludeert dat Kessler meer onderzoek nodig heeft en riep op tot intrekking en correctie door de WSJ: ‘Wilde theorieën die vertrouwen op gegevens waarvan iedereen in de crypto-industrie weet dat ze onjuist zijn, doen niemand goed.’
